Hoek (meetkunde)

Twee snijdende lijnen met hoeken en daartussen, samen altijd 180° of radialen

Een hoek in de meetkunde is een figuur in een vlak gevormd door twee lijnstukken of daar het verlengde van, van halve lijnen met een gemeenschappelijk beginpunt, het hoekpunt. De twee lijnen die de hoek bepalen worden de benen van de hoek genoemd. Hoek wordt ook gebruikt voor de grootte van een draaiing.

In het geval van een draaiing betreft het een draaiing van een van de benen om het hoekpunt tot die met het andere been samenvalt. Deze beweging kan op twee manieren plaatsvinden, zodat door de halfrechten ook twee hoeken worden gevormd. Men rekent zonder nadere bepaling meestal de kleinste van beide hoeken als de hoek gevormd door de twee lijnen. De hoek tussen twee lijnen is dan maximaal een rechte hoek. De vier hoeken, die door de twee lijnen worden bepaald, vormen samen een cirkel.

Bij een veelhoek gaat het zonder nadere aanduiding om de binnenhoek, ook als die niet de kleinste van de twee is. Bij vectoren is de hoek maximaal een gestrekte hoek.

Een hoek is een dimensieloze grootheid, waarvan de grootte traditioneel in graden, maar in de exacte wetenschap en het SI-stelsel in radialen wordt uitgedrukt. Hoeken worden in het SI-stelsel met radialen aangegeven, maar het gebruik van graden is voor officieel gebruik toegestaan.

Het snijpunt van de twee lijnen wordt wel hoekpunt genoemd.


Hoek (meetkunde)

Dodaje.pl - Ogłoszenia lokalne