Enkel

Rechterenkel met de kenmerkende knobbel (malleolus).
Enkelgewricht, dwarsdoorsnede. Het scheenbeen (linksboven) en kuitbeen (rechtsboven) vormen de enkelvork om het sprongbeen (midden).
Enkel, lateraal
Verstuikte enkel met zwelling.

In de menselijke anatomie is de enkel het gebied dat de voet en het onderbeen verbindt. Met de enkel wordt dit gebied bedoeld zoals het zich uitwendig vertoont. De enkel is herkenbaar aan twee zichtbare knobbels. De knobbel aan de buitenzijde van het been (of malleolus lateralis) is het onderste uiteinde van het kuitbeen, de knobbel aan de binnenzijde van het been (of malleolus medialis) is het onderste uiteinde van het scheenbeen.

Het woord enkel is waarschijnlijk verwant met het Latijnse angulus of Griekse ἀγκύλος ankúlos, wat 'gebogen'[1] betekent.

De enkel is een gewricht. In de medische wereld wordt met de enkel alleen het bovenste spronggewricht aangeduid. In het algemene spraakgebruik worden beide spronggewrichten gezamenlijk beschouwd als de enkel.

  1. Liddell, H.G. & Scott, R. (1940). A Greek-English Lexicon. revised and augmented throughout by Sir Henry Stuart Jones. with the assistance of. Roderick McKenzie. Oxford: Clarendon Press.

Enkel

Dodaje.pl - Ogłoszenia lokalne