Nepenthes albomarginata IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2014) | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onderbekers N. albomarginata in het nationaal park Bako in Borneo, waar de plant met name voorkomt in regenwouden en kreupelhout | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Nepenthes albomarginata T.Lobb ex Lindl. (1849) | |||||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Nepenthes albomarginata op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Nepenthes albomarginata is een vleesetende bekerplant uit de familie Nepenthaceae. Het is een inheemse soort in Borneo, de Indische Archipel en Sumatra. De soortaanduiding albomarginata is samengesteld uit de Latijnse woorden albus ('wit') en marginatus ('rand'). De plant dankt deze naam aan de karakteristieke band van witte haartjes, die direct onder het peristoom van de vangbekers groeien. Hiermee lokt hij termieten, zijn voornaamste bron van voedsel.
De eerste specimens van N. albomarginata werden in 1848 door Thomas Lobb verzameld. De plant werd het jaar daarop formeel beschreven door John Lindley in The Gardeners' Chronicle.[2] In 1856 werd de plant in het Verenigd Koninkrijk voor het eerst gekweekt.