Boboli-tuinen Giardino di Boboli | ||
---|---|---|
Ingang
| ||
Locatie | Florence, Florence, Toscane, Italië | |
Coördinaten | 43° 46′ NB, 11° 15′ OL | |
Oppervlakte | 4,5 ha | |
Opening | 16e eeuw | |
Architect | Niccolo Percoli (Tribolo), Bartolomeo Ammanati, Buontalenti | |
Bezoekers | 800.000 | |
Grotta Grande met aan de linkerzijde de verhoogde Corridoio Vasariano
| ||
Vijver met beeld van Neptunus
| ||
Detailkaart | ||
De Boboli-tuinen (Giardino di Boboli, klemtoon op eerste lettergreep Bo) liggen achter Palazzo Pitti in Florence in Italië.
Ze werden in de 16e eeuw aangelegd voor Eleonora van Toledo, de echtgenote van Cosimo I de' Medici. Het ontwerp is van Niccolo Percoli (bijgenaamd Tribolo), die in 1550 overleed. Bartolomeo Ammanati werkte het ontwerp verder af en vanaf 1583 leverde Buontalenti een belangrijke bijdrage.
Boboli is de koningin van alle Toscaanse tuinen, de meest uitgewerkte en theatrale, een soort maniëristische coproductie van Natuur en Kunst. De formele delen bestaan uit in patronen gesnoeide buxushagen die naar bosjes van eiken en cipressen leiden. Het park wordt 'bewaakt' door een peloton standbeelden. Vele ervan stammen uit de Romeinse periode, andere zijn dan weer absurde maniëristische werken zoals de hofnar van Cosimo I (Nano Morgante) die als Bacchus, zittend op een schildpad, door Valerio Cioli werd vereeuwigd.
Het park werd verschillende malen uitgebreid om ten slotte in de 17e eeuw de huidige omvang te bereiken.
De tuin heeft diverse kunstwerken zoals de:
Het onderhouden van de grote tuinen is dagwerk voor een vaste staf van drie tot zeven mensen. Dit is mede de reden dat er entree gevraagd wordt om de tuin te bezoeken.
Dichtbij is het Museo delle Porcellane (Porseleinmuseum).